13-5-2024

Slim en duurzaam samenwerken door één datataal

Minder dierlijke en meer plantaardige voeding, minder fossiele en meer hernieuwbare grondstoffen, het sluiten van kringlopen, het voorkomen van ontbossing, verspilling, kinderarbeid en dwangarbeid. De uitdagingen voor bedrijven zijn net zo groot als de complexiteit. De remedie? “Samenwerken, omdenken en data delen standaardiseren”, aldus Michiel van Yperen, duurzaamheidsmanager bij GS1 Nederland. “We willen dat iedereen dezelfde datataal spreekt.”

Slim en duurzaam samenwerken door één datataal - Slim En Duurzaam Samenwerken Door Één Datataal

Maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen vraagt om nieuwe vormen van samenwerking volgens Van Yperen. “En dat roept veel vragen op zoals altijd bij ingewikkelde veranderingsprocessen”, zegt hij. “Er komt allerlei Europese wet- en regelgeving op bedrijven af, dus klinkt nadrukkelijk de roep om hulp. Iedereen voelt de noodzaak, maar je hebt elkaar nodig in de keten om te verduurzamen.

Data-uitwisseling voor iedereen mogelijk maken

De nieuwe Europese wet- en regelgeving gaat over het hergebruiken en recyclen van producten en verpakkingen, het tegengaan van ontbossing, de verplichte risico-analyse om schendingen van mensenrechten en milieuschade tegen te gaan, maar ook om de integratie van financiële en ESG-verslaglegging (ESG: environmental, social, governance). “Er is behoefte aan een neutrale partij die bedrijven en ketenpartijen bij elkaar brengt en helpt om de benodigde data-uitwisseling voor iedereen mogelijk te maken”, zegt hij. “Bedrijven kijken dan naar GS1 omdat wij neutraal en non-profit zijn en richting geven aan standaardisatie.”

Er is behoefte aan een neutrale partij die bedrijven en ketenpartijen bij elkaar brengt en helpt om de benodigde data-uitwisseling voor iedereen mogelijk te maken.

De keten in de volle breedte in beeld

“Al deze wetgeving zorgt ervoor dat bedrijven een veel bredere scope moeten hebben”, vervolgt Van Yperen. “Waar bedrijven eerst alleen hun directe toeleveranciers en afnemers in beeld hadden, moet dat nu voor de volle breedte van de keten. Upstream tot en met de grondstoffen en downstream tot en met de consument en zelfs de fase na het gebruik van producten.”

“Er wordt ook veel meer nieuwe data gevraagd die nog niet eerder werd vastgelegd”, aldus Van Yperen. “Denk daarbij aan CO2-informatie. En dan niet alleen van jezelf maar ook van toeleveranciers.” Dit betekent een veel groter ecosysteem met meer ketenspelers die data moeten vastleggen en delen. “Je moet de hele productreis van begin tot eind kunnen volgen en weten waar en wanneer het product is geweest en wat er mee gebeurd is,” zegt hij.

Digital Product Passport

GS1 krijgt volgens Van Yperen veel vragen van bedrijven en andere organisaties zoals overheden, ngo’s en certificeringsorganisaties om mee te denken over de ketensamenwerking die nodig is om aan alle uitdagingen en wetgeving tegemoet te komen. “En voorbeeld daarvan is het Digital Product Passport (DPP). Producenten moeten data beschikbaar stellen uit de hele keten: vanaf de grondstoffen en ingrediënten naar de locaties en omstandigheden bij de productie. En zelfs tot en met het gebruik door de consument en – relevant voor non-food – over hergebruik of recycling.”

Bouwblokken

Met standaarden van GS1 kunnen bedrijven alle relevante informatie op productniveau registreren en delen en zo effectief invulling geven aan het DPP. “De unieke GS1 artikelcode is de sleutel naar alle productdata”, zegt Van Yperen. “Via de QR-code van GS1 kun je alle gegevens daaraan koppelen over de samenstelling, verpakking en productielocatie. Maar ook dynamische data zoals wanneer en onder welke omstandigheden producten zijn geproduceerd, vervoerd, opgeslagen en verkocht is mogelijk. Deze data kan in verschillende databases staan, maar toch aangeroepen worden met één en dezelfde QR-code die ook de kassa kan worden gescand. Onze standaarden zijn bouwblokken waarmee alle ketenpartijen eenduidig informatie kunnen opslaan en delen. Zo kunnen ze alvast beginnen met het paspoort.”

Data kan in verschillende databases staan, maar toch aangeroepen worden met één en dezelfde QR-code die ook de kassa kan worden gescand.

Eén datataal maakt het minder complex

Data delen op een manier die door alle stakeholders én alle systemen gebruikt kan worden, helpt om complexiteit aan te kunnen, weet Van Yperen. “Dat is de kracht van standaardisatie. In de detailhandel, e-commerce, productiebedrijven, supermarkten, agri-food, textiel, overal leeft de behoefte aan overzichtelijke en eenduidige data. Bedrijven worden ook voortdurend benaderd door allerlei solution providers die hun diensten aanbieden. Dat gaat om het ophalen van data uit de keten tot en met complete productpaspoorten. Ook certificerende organisaties hebben allerlei data nodig. Als al die dienstverleners en organisaties met dezelfde standaarden werken om data te verzamelen, op te slaan en te delen, dan ontstaat er overzicht, spreekt iedereen dezelfde datataal en loopt het ophalen en uitwisselen van data efficiënter.”

Zorginkoop

En dit geldt ook in de zorg, weet Van Yperen. “Zorginstellingen en ziekenhuizen hebben te maken met leveranciers van medicijnen en medische hulpmiddelen. Een ziekenhuis is net als een supermarktorganisatie een inkopende partij die oog heeft voor de ESG-score van hun inkoop. En verspilling willen minimaliseren is ook een belangrijk punt van aandacht voor zorginstellingen. Daar worden omwille van hygiëne en veiligheid veel wegwerpmaterialen gebruikt. Dat afval is een grote zorg.”

Circulair omdenken

In alle sectoren ervaart Van Yperen een grote gretigheid van de diverse ketenpartners om samen te werken en data te delen. Maar niet elke organisatie is daarin even ver, merkt hij. “Veel bedrijven zijn ermee bezig en zorgen dat ze hun data op orde krijgen. Waar ze nog niet aan toe komen, is het omdenken van hun hele bedrijfsproces en verdienmodel. Er zijn nog teveel bedrijven die duurzaamheid vanuit de traditionele lineaire processen benaderen en het neerleggen bij hun juridische afdeling. Dan wordt het ‘een compliance-dingetje’ en gaat het alleen om het reactief afdekken van risico.”

Enorme klimaatdruk in kleding

Maar hij kent ook de koplopers, die verduurzaming aangrijpen om zichzelf opnieuw uit te vinden. Dat is nog een minderheid, erkent Van Yperen, maar dat verandert rap. “Een supermarktorganisatie die de CO2-score op haar huismerken drukt, of een retailer die klanten stimuleert om geen producten te kopen maar te huren, zijn bemoedigende voorbeelden. Maar veel kleding is een wegwerpartikel geworden. De verspilling en klimaatdruk daarvan is enorm. Dan zijn verdienmodellen gebaseerd op hergebruik van grondstoffen en reparatie goede voorbeelden van circulair omdenken.”

We definiëren samen met de overheid en diverse sectoren welke data nodig is en de bijbehorende begrippen en meeteenheden.

Overeenstemming als basis

De wereldwijd toepasbare GS1 standaarden - zoals de QR-code van GS1 - zijn de basis waarmee alle ketenpartijen eenduidige informatie kunnen opslaan en delen. “We definiëren samen met de overheid en diverse sectoren welke data nodig is en de bijbehorende begrippen en meeteenheden”, zegt Van Yperen. “Zo is er overeenstemming over wat je waar registreert. Als alle partijen met dezelfde standaarden werken, ontstaat overzicht. Dat is dé basis om aan alle duurzame uitdagingen en transities te voldoen. Daar maken we ons sterk voor.”